Suus bij de chimps

Chimpanzees en chocola

Hoi allemaal!


Super leuk weer al de berichtjes en lieve mailtjes, het is erg fijn om wat vanuit Nederland te horen:) Ik probeer zo snel mogelijk te antwoorden, maar dit was afgelopen week erg moeilijk omdat ik maar weinig tijd had om te mailen (niet omdat ik het zo druk heb maar omdat er zo weinig stroom is dat ik mijn laptop amper kan opladen en het internet het slecht deed). Gisteren was ik in Masindi, waar het internet het veel beter doet dan bij ons op de school, waardoor ik in staat was de foto's online te zetten, maar daar straks meer over?! Het onderzoek gaat goed, al hebben we de afgelopen week helaas maar 1 dag kunnen interviewen, maar toch hebben we nu 96 mensen geïnterviewd, bijna de helft van wat ik minimaal wil doen. Sorry het verhaal is super lang, maar het is al een tijd geleden en er is veel gebeurd!


Wat ik nu eigenlijk precies probeer te doen...

Ik weet niet of iemand dit interessant vind, maar ik bedacht mij dat ik tot nu toe nogal vaag ben geweest over wat ik hier nou eigenlijk doe, dus voor de geïnteresseerden een uitleg. Ik doe onderzoek in Kasongoire parish, een gebiedje met 8 dorpjes. Vier van deze dorpen liggen op 1 lijn met aan de ene kant een berg waar de NFA (National Forest Authority, dus de overheid) onlangs het bos heeft gekapt om dit te verhuren aan een bedrijf dat er naaldbomen wilt planten voor brandhout. Aan de andere kant van de dorpen ligt een enorme suikerplantage, Kinyara, voorheen was dit een groot stuk bos maar nu is het versnipperd tot een zielig strookje bomen langs de rivier. In beide bossen woonden tot een paar jaar terug chimpanzees, die nu eigenlijk geen kant op kunnen en dus de dorpen in komen om voedsel te zoeken. Tot de ontbossingen leefden de mensen en chimpanzees rustig naast elkaar, maar de conflicten zijn ondertussen behoorlijk hoog opgelopen. Dit komt mede doordat de boeren in de dorpen niet wisten hoe ze met de chimpanzees en het stelen van de gewassen om moesten gaan, en dus maar stenen naar ze gooiden en de honden op ze af stuurden. Jammer genoeg worden chimpanzees hier erg agressief van, wat aangezien ze 5x zo sterk zijn als een gemiddeld volwassen mens tot veel problemen kan leiden, en heeft het nu al voor de dood van een aantal kinderen gezorgd.

JGI, Budongo Conservation Field Station (Sonso) en tot afgelopen mei ook het WWF, proberen nu al een jaar projecten uit om de problemen te verminderen. Het doel van deze projecten is tweezijdig, aan de ene kant mensen te leren om op de juiste manier met de chimpanzees om te gaan zodat ze hun niet aanvallen, en tegelijkertijd te proberen het aantal contactmomenten tussen chimpanzees en mensen te verminderen. Zo hebben de NGOs in het grootste dorp (verwarrend genoeg ook genaamd Kasongoire) een waterput geplaatst zodat de mensen niet naar de rivier in het bos hoeven om water te halen. Mijn onderzoek sluit ook bij dit tweede doel aan, ik probeer er namelijk achter te komen welke gewassen een lage en welke een hoge risico lopen om door de chimpanzees te worden gegeten, oftewel wat de chimpanzees het meeste aantrekt. In de literatuur rondom chimpanzees en crop raiding (gewassen stelende) primaten ontstaat namelijk steeds meer het idee dat door de akkers (=gardens) onaantrekkelijker te maken, je veel conflicten op kunt lossen.

Het is alleen nog redelijk nieuw en er bestaan daardoor weinig methoden om dit snel en nauwkeurig te meten. Een paar jaar terug is er een nieuw model ontwikkeld, wat tot nu toe alleen nog in Indonesië is getest en redelijk succesvol bleek. Het doel van mijn onderzoek is om te kijken of het ook werkt in Oeganda en met chimpanzees (en baboons want die maken ook veel schade). Het klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het bijna hetzelfde als mijn bijbaantje bij Entrada, waar ik boeren telefonisch interview over hun antibiotica gebruik of varkensziektes. Het komt erop neer dat ik de boeren vraag naar welke gewassen ze planten en dan voor elk gewas moet vragen of de baboon ze eet, en zo ja welk deel, en of de chimpanzee ze eet, en zo ja welk deel. Tegelijkertijd verdiep ik mij meer in de redenen achter de gewas keuze, en de waarde die de gewassen voor de boeren hebben, zodat ik uiteindelijk de NGOs en lokale overheid een advies kan geven of het veranderen van gewas soorten en de opbouw van de velden een mogelijke oplossing/vermindering van de problemen kan zijn.

...en wat dit in de praktijk betekend...

Voordat we in het dorp zijn is het nog een heel gedoe. Zo moet ik eerst hopen dat de hield assistent Gilbert op tijd komt, vervolgens dat we onze gammele motor aan de praat krijgen, en dat er nog benzine inzit - en ja we hebben de motor al een keer naar het dichtstbijzijnde dorp moeten rollen om daar een waterfles gevuld met overgeprijsde benzine te kopen... En dan moeten we nog verschillende obstakels overwinnen: eerst de stenen-en-kuilenweg, dan het bospad, gevolgd door het modderpoelpaadje, dan de grote weg aangelegd voor de Kinyara vrachtwagens, en als finale ‘de nachtmerrie'. Zoals je al merkt heeft de nachtmerrie geen weg of pad erachter, want die titel is hij ook niet waard. Het is eigenlijk een rotsige ondergrond afgewisseld met modderpoelen en overgroeid met suikerriet en andere planten, waarbij het de kunst is om te balanceren op een stukje weg even breed als het motorwiel. En inderdaad, we hebben al een keer een duik genomen in zo'n modderpoel, waarbij ik natuurlijk de rest van de dag in een modderpak rond liep en Gilbert nergens last van had. Gelukkig was er een lieve mevrouw die mij hielp om mijn handen in ieder geval schoon te krijgen.


Aangekomen in het dorp ontmoet ik eerst mijn fanclub (dat ik die ooit nog zou hebben:p), opgesteld uit vierjarige kleuters met zwaaiende plakhandjes. Hoe ik weet dat ze plakhandjes hebben? Als we iemand aan het interviewen zijn zitten ze namelijk in een kringetje om mij heen mij verliefd aan te staren (ik vrees dat dit door mijn kadootjes komt) waarbij er af en toe een klein handje richting mijn arm gaat om even te voelen of ik wel hetzelfde voel als zij. Ik vind het wel schattig, al is het minder dat volwassenen dit ook soms doen en mijn haar willen aaien om te voelen hoe zacht het wel niet is:P. Ook de rugzak die ik van mijn broer mocht lenen moet het ontgelden, ze vinden hem namelijk heel mooi en interessant, sorry Sebas! Misschien heeft dit er ook mee te maken met dat ik daar mijn kadootjes in vervoer...


De regen is ook nog een obstakel, het regent namelijk best veel waardoor we soms ergens moeten schuilen, of heel de dag geen veldwerk kunnen doen (al 3 keer gebeurd). Maar eigenlijk vind ik het wel leuk aangezien ik stiekem van de regen hou en het doet mij denken aan de herfst die nu thuis bezig is. Al vind ik het erg moeilijk om dan een hele dag niets te kunnen doen, maar misschien ook wel een goede manier om dit te oefenen, niets doen is ook een hele kunst.


Na een zware werkdag is het enige wat ik wil zo snel mogelijk op de motor stappen en naar huis om lekker te kunnen douchen. Alleen is het al meerdere keren voorgekomen dat we eerst wanhopig de motor gestart moesten krijgen. Eén keer dacht ik zelfs dat we in het dorp moesten overnachten. We hadden namelijk een platte band en dachten dat hij lek was, met de eerst mogelijke motorreparateur op een half uur rijden afstand en geen enkele reserve band in de buurt. Ondertussen was het 5 uur, moesten we wachten op iemand die weer iemand anders ging halen die misschien een pomp had zodat we konden kijken of hij gewoon was leeggelopen. Gelukkig kwam er na een half uur wachten een oud mannetje met een pomp aan, en nog geweldiger bleek hij gewoon opgepompt te blijven!

Dan volgen weer 45 minuten motorrijden, wat soms best wel zwaar is door de vervelende wegen, al is het ook wel fijn. Tijdens de heen rit kan ik namelijk mijn hoofd leegmaken over alle hersenspinsels over mijn eigen leven en dat van de mensen in Nederland, terwijl ik op de terug weg alle zielige of vervelende dingen die ik heb gezien kan proberen te vergeten. Want dat vind ik ook behoorlijk zwaar, vooral de kinderen zien er vaak ziek uit, met vreemde uitstulpsels en 10 cm uitpuilende navels, vliegen in hun neus en ontstoken wonden. Een meisje van 15 bleek al getrouwd te zijn en een kind te hebben, omdat haar moeder geen geld genoeg meer had, en een ander meisje had een gat van een paar cm in haar voet dat beschimmeld was en waar vliegen heel de tijd in zaten. De mensen hebben geen wc of andere sanitaire voorzieningen en matrassen en stoelen worden gezien als luxe. Ik denk niet dat wij ons ooit zouden kunnen voorstellen hoe het is om zo te leven. Maar wat ik wel merk is dat het de mensen niet ongelukkiger maakt door wat ze niet hebben, net als alles wat wij hebben geen garantie is voor geluk.


Thuis aangekomen volgt (tot vorig weekend, hier zo meer over) mijn laatste uitdaging: tot 8 uur wanneer ik in het guesthouse eten krijg mijn knorrende maag in bedwang houden. Dat klinkt vast niet zo moeilijk, maar het punt is dat het enige wat ik die dag op heb 2 gefrituurde pannenkoekjes (chipati's) zijn, en ik geen enkele bron van voedsel meer had omdat ik steeds als ik een lift naar Masindi kon krijgen (de dichtstbijzijnde stad) er iets mis ging. Vooral lastig in het weekend met niets te eten, niets te doen (ja ik was ondertussen al aan de tweede ronde boeken begonnen) en geen gezelschap.


...en heeft het eigenlijk wel zin?


Ik twijfel soms best over wat ik hier nu eigenlijk aan het doen ben en of de mensen er nou echt iets aan gaan hebben. Ook is het soms frustrerend hoe die mensen over chimpanzees denken. Zo schijnen ze de problemen met de chimpanzees te hebben doordat Sally (een blanke hotel eigenares in Masindi) de chimpanzees per 3-4 met haar personenauto naar het bos heeft gebracht. En dit zijn andere chimpanzees, want ze zijn wit van kleur en agressief en ze stoken de normale chimpanzees tegen de mensen op. En eerst dachten ze dat ik Sally was want ik lijk zo op haar (het is een 75 jarige vrouw dus niet echt een compliment), maar toen zijn ze maar tot de conclusie gekomen dat ik haar dochter moet zijn.

‘De witten' krijgen vaak de schuld van alle problemen, want zij zijn de toeristen en Sally is blank, terwijl het eigenlijk de overheid is die al het bos kapt of weg geeft aan Kinyara en de mensen in de dorpen aan hun lot over laat. Gelukkig zijn er ook veel mensen die zich dit wel realiseren, en mij weer hoop geven. Het mooiste antwoord op mijn vraag ‘wat is je mening over de chimpanzees?' was een man die zei dat hij ze niet kon haten, want zij konden er niets aan doen dat de mensen al hun bos kappen, en de mensen en chimpanzees willen eigenlijk allebei alleen maar overleven. Ook had ik afgelopen week een vergadering waaruit naar voren kwam dat de mensen echt op mijn onderzoek zitten te wachten, en dat de lokale overheid hier ook mee aan de slag wilt dus dat was een hele geruststelling.


Sonso!


Op een saaie zaterdag een tijdje terug kwam Fabian naar mij toe, een fransman die op Sonso verblijft met alle andere onderzoekers hier in de buurt en zijn vrouw die daar onderzoek doet naar chimp geluiden. We hebben gezellig gekletst en hij nodigde mij uit om de volgende dag naar de ingang van het bos te lopen (ongeveer een uur) om hem en zijn vrouw en wat lokale mevrouwen die alles wat je maar wilt van bananenbladeren kunnen creëren te ontmoeten. Zij helpen die vrouwen met het promoten van hun spullen. Ik -verveeld en met gebrek aan souvenirs voor het thuisfront, aangezien het hier niet toeristisch genoeg voor is- liet mij dit geen twee keer zeggen en zodoende ben ik nu in het bezit van souvenirs en heb ik er nog meer besteld. Ook zeiden ze dat ik zeker het volgende (dus afgelopen) weekend naar Sonso moest komen. Dus vorige week donderdag avond zou ik worden opgehaald om 9 uur. Wat natuurlijk de volgende ochtend om 7 uur werd, wat betekende dat ik klaar zat om 5 voor 7 en om 9 uur werd opgehaald met de vraag ‘ben ik op tijd?'. Maar het maakte mij al lang niets meer uit, want ik was super blij met het weekendje logeren onder andere mensen die onderzoek proberen te doen en mijn ‘Westerse' gewoonten en verlangens naar internet en stroom zouden begrijpen.


Vrijdag en zaterdag waren geweldig! Toen ik aan kwam en mijn eerste chimps al had gezien, vroegen ze gelijk of ik mee ging naar Masindi, uh natuurlijk! Wat ik onder alle andere omstandigheden zou hebben omschreven als een stoffig gehucht was ineens een Walhalla aan voedsel! De anderen waarmee ik was (2 Amerikanen en een Française) twijfelden vast of ik wel goed bij mijn hoofd was maar ik vond alles zo geweldig na 3 weken geen lekker eten, met name chocola. Ik heb natuurlijk van alles ingeslagen (met name chocola) en we hebben zelfs in een heus restaurant gegeten waar ik gefrituurde nep kaas en patat met gestoofde groenten met vers ananassap op heb! En 's avonds hebben we échte pannenkoeken gegeten in plaats van gefrituurde chipati's, met zelfgemaakte ‘kaas'. En het mooiste moest nog komen!

Eindelijk echt suus bij de chimps

Zaterdag morgen om 7 uur ging mijn droom eindelijk in vervulling: ik mocht samen met een tracker en dierenarts op pad om chimpanzees te zoeken. Ik was zo zenuwachtig dat ik natuurlijk amper kon slapen, maar mijn klamboe die maar de helft van mijn bed bedekte en alle gillende apen droegen hier ook aan bij. De dierenarts droeg een koelbox en een belangrijk uitziende stok, en aangezien ik naast mijn rugzak niets droeg bood ik hem aan iets te dragen waarna ik de stok kreeg. Na eerst 10 minuten te hebben gefantaseerd over wat ik voor belangrijk instrument droeg (om GPS signalen op te vangen? Om slangen te vangen?) besloot ik het maar gewoon te vragen. ‘Het is een plas stok' was het antwoord, het doel van ons avontuur bleek namelijk poep en plas te verzamelen van de chimps terwijl ze in de bomen zaten. Maar het was geweldig! Ik heb er zo'n 15 gezienen soms maar op een paar meter afstand! En het was ook geweldig om zo door het bos en moeras te klauteren!


Zondag was iets minder aangezien er geen stroom was, ik migraine had en naar huis moest LOPEN (1,5 uur met 2 rugzakken is best zwaar in de regen) maar gelukkig moest ik uiteindelijk alleen de laatste half uur lopen, al was dit berg op. Ook betrapte ik degene die op onze motor voor de tweede keer dat weekend op heterdaad terwijl hij zonder te vragen de motor gebruikte, maar mijn migraine en frustratie van die dag zorgden ervoor dat ik op hem af durfde te stappen en (beleefd) kon vragen wat hij aan het doen was en dat dit niet de bedoeling was. Hij beloofde het niet meer te doen, maar de volgende dag weigerde hij nog langer op de motor te passen, dus staat hij maar bij mij onder een afdakje. Toen ik moe en bezweet thuis kwam bleek er geen stroom én geen water te zijn al het hele weekend. En sindsdien is er nog zelden stromend water (of stroom)...maar ja de momenten dat het er wel is worden daardoor wel steeds bijzonderder.


Maar ik heb het ondertussen al meer naar mijn zin nu ik wat meer contacten heb, en de meeste mensen op Sonso waren echt super aardig! Ook heb ik al veel ‘vrienden' gemaakt=mensen die op mij afstappen en vragen of ze mijn vriend(in) mogen zijn, mijn telefoon nummer vragen en vervolgens af en toe bellen met eigenlijk niets te zeggen. Maar ik heb het wel gezellig met een paar meisjes waarmee ik gisteren de dag in Masindi heb gespendeerd, en het meisje dat nog steeds graag met mij mee kijkt terwijl ik email. Ook heb ik films en boeken geleend op Sonso dus heb ik weer wat nieuws te doen!

En mijn aangeschafte voorraad chocolade heeft ook een positive invloed op mijn stemming, oke ik geef het toe ik ben gewoon verslaafd. Het contact met de vrouwen op het guesthouse verloopt ook steeds soepeler omdat ik hun manier van communiceren begin te begrijpen en zij mijn grapjes, al wil ik bij deze graag mijn verontschuldigingen aanbieden aan alle blanke mensen die ik vertegenwoordig. Ze vinden het namelijk extreem interessant als ik ga koken, en voor de genen die het niet weten: mijn culinaire hoogtepunten zijn een dorito ovenschotel, macaroni met kaassaus en vegetarische kapsalon. Het mooiste moment was toen ik rijst had gekookt en er een blik ‘tomaten stoofpot' door heen gooide en Sisi (de kokkin) zei: 'Ik vind het echt interessant, ik wil namelijk graag leren hoe jouw ‘tribe' kookt':).


Veel liefs!
Suus

Aankomst in het tropisch regenwoud en mijn debuut als onderzoeker

Bedankt weer voor alle lieve berichtjes/mails, sorry dat ik niet alles even snel kan beantwoorden want de internet verbinding is hier heel slecht -één mail versturen duurt minstens een kwartier. Ook kan ik maar maximaal 4 uur op mijn laptop per dag, want alleen tussen 20.00-22.00 is er elektriciteit (wat niet zo leuk is want om 7 uur is het al pikkedonker). Dan kan ik mijn laptop opladen en ondertussen data invoeren (of een film kijken:)) en de volgende dag als het licht is kan ik mijn plastic stoel pakken en in de bosjes gaan zitten om te internetten aangezien ik alleen daar bereik heb. En heeeel soms heb je geluk en doet de stroom het ineens overdag, maar ook heel soms heb je pech en is er heel de hele dag geen stroom. En sowieso moet ik om naar buiten voor het internet te kunnen wel geluk hebben dat er geen tropische regenbui plaats vind, ik ben nu immers in de tropen:D!

Mijn nieuwe thuisbasis

Dinsdag was het dan eindelijk zo ver: ik vertrok naar het westen van Oeganda om daar aan mijn onderzoek te beginnen. Ik zou om 6 uur 's ochtends worden opgehaald, wat natuurlijk half 9 betekende en we zouden zo'n 4 uur rijden, wat natuurlijk 10 uur werd, maar ach ik ben er ondertussen al aan gewend. Eddy en Osman, 2 medewerkers van JGI, brachten mij naar het Nyabyeya Forestry College in Masindi. Eigenlijk zou ik nu naar het Budongo Field station gaan maar ondertussen is dat natuurlijk al 2 keer veranderd, maar als het goed is blijf ik tijdens mijn hele onderzoek hier op de school. Onderweg moesten we mensen afzetten, ophalen, spullen ophalen en werd ik geïntroduceerd aan de chiefs op alle verschillende niveaus (je hebt een Masindi district hoofd, een county hoofd, een subcounty hoofd en ga zo maar door..). Aangekomen op de school zorgden de mannen dat ik de beste kamer kreeg, ik schaamde een beetje voor de drama die ze veroorzaakten door heel de tijd te roepen ‘nee, deze kamer is niet goed genoeg', ‘spoel eens door of de wc het wel doet' en ‘ga dat eens opruimen', maar achteraf ben ik erg blij met mijn kamer.


Het is niet groot maar ik heb wel een tweepersoons bed en een ensuite. Helaas deel ik zowel mijn slaap kamer als badkamer met en paar vriendjes: er wonen muizen boven mijn plafond, vleermuizen in de kieren van mijn raam en het plafond, en de douche deel ik met 3 kakkerlakken. Hoe ik dit zo weet van die vleermuizen vraag je je af? Er zitten allemaal gaten in het plafond (doordat het half verteerd is door de muizenurine) waardoorheen steeds muizenkeutels vielen. Afgelopen maandag besloot ik op ontdekkingstocht te gaan met mijn zaklamp en werd ik terug gestaard door een groep geschrokken vleermuizen... Tenslotte heb ik sinds vandaag ook gezelschap gekregen van een bidsprinkhaan vermond als wandelende tak (deze heb ik ooit moeten determineren bij flora en fauna les?). Ondanks dat ik dus bang ben om te douchen met al die kleine vriendjes om mij heen is het een super fijne douche (wel koud natuurlijk). Ook is er hier genoeg (regen)water aangezien we in het regenseizoen zitten, dus kan ik ook elke dag wel even douchen. Wat ook wel fijn is want het klimaat is hier heel anders dan in Entebbe, namelijk super warm en vochtig.

Motor problemen

Na onze aankomst waren we ook gelijk het regenwoud in gereden, om mij voor te stellen aan de mensen op de field station (mijn enige bron van goed engels sprekende mensen hier in de buurt) en om Carol de dierenarts op te halen. Het was super mooi in het Budongo forest! Volgende keer als ik er ben zal ik foto's maken! Verder heeft Carol voor mij een assistent/tolk geregeld: Gilbert. In het begin leek het mij wel een aardige jongen, alleen tegen mij een beetje over beleefd, want bij alles wat hij zegt volgt te pas en te onpas ‘please' (het allermooist vind ik het als hij ‘thank you, please' zegt:p). Ondertussen weet ik niet zo goed wat ik van hem moet denken, om eerlijk te zijn irriteer ik mij soms aan hem, hij doet namelijk erg arrogant tijdens het onderzoek tegen de mensen uit de dorpen. Maar ik denk dat hij het op zich wel goed bedoelt allemaal.

Woensdag ging hij de motor ophalen in Hoima (zo'n 2 uur rijden), die was kapot en zou daar gemaakt zijn. Helaas bleek de motor zo kapot dat hij daar moest blijven slapen. De dag erna bleek de motor nog steeds te kapot, dus kregen wij tijdelijk een andere motor te leen. Afgelopen dinsdag was de motor klaar en zouden we geen veldwerk doen zodat Gilbert hem op kon halen in Hoima, maar natuurlijk besloot de motor na een half uur rijden vanaf Hoima weer kapot te gaan... Als het goed is is hij nu wel écht gemaakt alleen ik hoop maar dat het zo blijft.

Groeten uit de rimboe

Donderdag spraken wij dus voor het eerst af, en besloot ik uit te leggen wat ik wilde onderzoeken en wilde ik afspraken maken over hoe we precies te werk gaan. Ik vroeg mij bijvoorbeeld af van hoe laat tot hoe laat hij wilde werken, en toen hij antwoordde met ‘Dat moet jij bepalen, jij bent de onderzoeker' realiseerde ik mij pas dat ik niet meer gewoon een student ben maar eventjes ‘de onderzoeker', wat ik best cool vind.

Daarna gingen we ons voorstellen aan de chiefs in Kasongoire waar het onderzoek plaats gaat vinden. Toen we aankwamen kwam ik in een ernstige cultuur shock, ik moest namelijk een half uurtje in een ‘groeten-uit-de-rimboe' dorpje wachten tot Gilbert de chief ging halen. Ik had nog nooit zoiets gezien, en het was duidelijk dat de kinderen uit het dorp ook nog nooit zo iets als mij hadden gezien. Ik moest van de mensen zitten op de enige stoel die ze hadden, terwijl ze allemaal -niet engels sprekend- op de grond om mij heen gingen zitten, ik voelde mij echt opgelaten. Er was maar 1 jongetje zo dapper om zich achter zijn moeders rug te verstoppen, want de rest van de kinderen stond verderop achter een huisje naar mij te gluren en duwden af en toe iemand naar voren om eens beter te gaan kijken. Het allermooist vond ik een klein jongetje, ik denk iets van 2, die toen hij naar voren werd geduwd daar recht voor mij bleef staan. Zijn mond zakte langzaam open en hij leek in shock aangezien het enige aan hem wat bewoog de kwijldruppel was die langzaam uit zijn mond droop! Ik voelde mij echt een vreemde clown zo met al die aandacht en besloot mijn rol maar op mij te nemen en mijn voorraad bellenblaas die ik als kadootjes mee had uit te delen. Dat vonden ze prachtig!

Het onderzoek

Toen we eenmaal alle chiefs hadden gesproken en omgekocht met ‘soda' (=geld of kadootjes, in mijn geval Action-regenjassen die ik op aanraden van 1 van mijn supervisors moest kopen) konden wij weer naar huis. De volgende dag zouden de chiefs ervoor zorgen dat er een groep van ongeveer 10 mensen (zo homogeen mogelijk, dus alleen mannen of alleen vrouwen en van vergelijkbare leeftijd) in het dorpscentrum zouden verzamelen voor de focus group discussion (=klein discussie groepje over de onderzoeks onderwerpen om een beter beeld te krijgen van de situatie). Toen we op vrijdag aankwamen zaten er inderdaad 10 mannen, maar ook 1 vrouw, die liet ik er maar gewoon bij omdat ik allang blij was dat er mensen waren gekomen. De mensen uit het dorp vond het maar wat interessant dat ik langs kwam, zo vertelde een oude man mij dat de laatste keer dat er iemand uit Holland was langsgekomen in 1948 was. Op een gegeven moment waren we door alle aandacht ook niet meer een klein groepje maar een groep van meer dan 30 mensen, gevarieerd in zowel geslacht als leeftijd. Deze mensen hadden duidelijk niet dezelfde boeken en artikelen over het houden van focus group discussion gelezen als ik :p, maar op zich liep het allemaal best goed.


Maandag was de eerste interview dag, wat ook best goed ging. Ik wilde namelijk minstens 4 interviews, en we hadden er 7. Zoals ik eerder al zei liepen de interviews niet zo vlekkeloos, maar ik hoop dat met wat oefenen Gilbert door krijgt hoe hij de vragen het beste kan vertalen. Hij kan namelijk niet zo goed engels en weigert toe te geven wanneer hij iets niet begrijpt wat nogal lastig is want tijdens het interview stelt hij daarom vaak de verkeerde vragen en moet ik hem iedere keer op nieuw uitleggen wat de vraag eigenlijk betekend. Wat op zich niet erg is, maar wel als dit ieder interview 10 van de 30 minuten in beslag neemt. Ik heb het al geprobeerd met hem erover te hebben, en ik hoop dat hij nu wel de bedoeling van de vragen heeft begrepen. Dinsdag konden we niet werken omdat Gilbert de motor was ophalen, maar woensdag hebben wij weer 8 interviews kunnen doen, en ging het gelukkig al een stuk beter! Vandaag hebben we 7 interviews kunnen doen, en ik begin het steeds leuker te vinden en Gilbert begint het steeds beter te begrijpen dus dat is fijn!

Heimwee en sociale isolatie

Verder voel ik mij eigenlijk al meer dan een week een beetje ziek, ik denk dat mijn lichaam nog niet helemaal gewend is aan het eten hier (elke avond rijst, aardappels en witte kool met een bruine bonen saus). Maar soms maak ik zelf pasta of iets anders makkelijks voor de variatie. Dit is iets minder makkelijk dan thuis, toen ik de eerste keer ging koken en vroeg hoe het gasfornuis aan ging (er stonden er immers 2) werd ik uitgelachen en kreeg ik het antwoord ‘wij koken op vuur'. Sindsdien probeer ik zonder handvaten, pannenlappen, deksels, roermateriaal, blikkenopeners, theedoeken of afwasmiddel op een houtskool vuurtje te koken en erna met water en mijn handen de pannen af te wassen. Wat ik stiekem best leuk vind:).

Ik heb stiekem best last van heimwee, ik ben nog net niet begonnen mijn statistiek boek als een roman te lezen maar het is soms nogal saai zonder stroom en goede internet verbinding en ik heb bijna al mijn boeken al uit. Ik voel mij hier ook nog niet erg thuis, behalve wanneer ik veilig en met stroom (waardoor het niet zo donker is) onder mijn klamboe lig op mijn eigen Ikea kussen. Ik denk dat het ook komt omdat er hier nog maar weinig mensen zijn (de school is nog niet begonnen) en de mensen met wie ik wel contact heb van het guest house te slecht engels kunnen voor een gezellig praatje door alle miscommunicatie.

Gelukkig bellen mijn ouders mij elke avond, zou ik altijd mijn boeken nóg een keer kunnen lezen, en kan ik wel soms mailen als ik geluk heb qua stroom en internet. Dit zorgt trouwens ook voor bekijks, er staan namelijk regelmatig meisjes een kwartier lang mee te koekeloeren met mijn scherm. Ik voel me dan nogal opgelaten dus begin maar een praatje met ze te maken, wat op zich wel gezellig is. Ook zegt iedereen die langs loopt ‘well done!', ik weet nog niet of dat betekend dat ze het knap vinden dat ik een laptop heb, internet verbinding heb gevonden of dat ik eruit zie alsof ik hard werk. Tenslotte moet ik nog erg wennen aan alle aandacht die mijn huidskleur opleverd, ik wordt namelijk heel de tijd vreemd aangekeken en na gestaard, en kinderen rennen ‘Muzunguuu' gillend achter mij aan. Ik probeer het op te lossen door vrolijk terug te zwaaren, maar voor iemand die het afschuwelijk vind als er meerdere mensen tegelijk naar mij kijken is dat wel even wennen.

Veel liefs!

Suus

Slaaptekort, beestjes en geldproblemen

Hoi allemaal!

Bedankt nog voor alle lieve berichtjes

Laughing
! Voordat ik aan mijn verhaal over de afgelopen week begin eerst even een gerust stelling: ik zit nu op een groot privé dakterras te typen terwijl ik geniet van een schitterend uitzicht over tropische bomen en een groot meer (Lake Victoria), ga zo lekker avond eten en dan luieren en een film kijken op mijn laptop. Sorry voor het veel te lange verhaal, maar het is nu nog allemaal zo indrukwekkend dat het moeilijk valt samen te vatten, maar je kan ook altijd nog de foto's kijken!

Welcome to the Pearl of Africa

Mijn reis was goed verlopen, ik vloog met KLM rechtstreeks naar Entebbe, een kleine stad in de buurt van de hoofdstad Kampala. Aangekomen in Entebbe werd ik opgehaald door iemand van het ICU in Kampala, een hostel voor (Nederlandse) jongeren die naar Oeganda gaan voor hun studie of vrijwilligers werk. Tijdens de rit naar het hostel die een uur duurde kwam ik er al snel achter dat mijn stage in Zuid-Afrika eigenlijk een Afrika voor beginners was. Het verkeer hier is super druk en chaotisch: heel veel auto's, matatu's (lokale taxi busjes) en pick-ups, waartussen boda-boda's (motortaxi's) zonder helm scheuren, fietsen rijden en mensen op en langs de weg lopen. Overal zijn winkeltjes waar je van alles kunt kopen (het meeste ziet eruit alsof het tweedehands is). Ook staan er grote borden met reclame en ‘welcome to the pearl of Africa' (zo wordt Oeganda ook wel genoemd). Als je een impressie wilt van Kampala: ‘the last king of Scotland' schijnt hier te zijn opgenomen. Ik heb tijdens de rit een paar keer gedacht dat we iemand doodreden of dat wij zelf zouden worden aangereden, maar gelukkig ging alles goed.

In het hostel (ondertussen was het ong. 12 uur 's avonds) waren ze super aardig en voor ik het weet waren mijn spullen naar boven gedragen en kon ik mijn bed in. Toen ik mijn ouders probeerde te smsen dat ik nog leefde, kwam ik er alleen achter dat anders dan verwacht ik geen bereik heb in Oeganda. Ik heb wanhopig rondgelopen om een signaal op te pikken, mijn computer geprobeerd (wist ik veel dat al 3 dagen het internet eruit lag) en toen maar opgegeven. Die nacht heb ik amper kunnen slapen van de nieuwe indrukken, herrie en de wetenschap dat mijn ouders overbezorgd ook niet konden slapen. Ik dacht op dat moment dat ik nog nooit in mijn leven zo gestrest was geweest, maar niets bleek minder waar de volgende dag...

Watch out, this is where the crazy people are!

's Ochtends na zo'n 1-2 uurtjes te hebben geslapen heb ik met de telefoon van de aardige receptie man mijn ouders gerust kunnen stellen. Bij het ontbijt ontmoette ik Doortje, die samen met 2 anderen voor Philips onderzoek doet. We hebben gezellig gekletst, samen een kakkerlak gevangen die in het brood zat (ondertussen heb ik er nog maar 2 gezien dus het valt nog mee) en al snel bleek haar zusje bij mij in de flat in Wageningen te wonen! Ze raadde mij aan om een city tour te doen, een aardig man leidt je dan rond in de hoofdstad en helpt je bij het kopen van een telefoon en internet. Aangezien ik dit beiden wilde kopen leek mij dit een goed idee.

Hierna begon mijn avontuur in Kampala. De man die mij ging rond leiden zei dat het totaal 30.000 shilling (ong. een tientje) zou kosten, en alle gemaakte kosten qua eten en vervoer mocht ik daarvan af trekken. Ik vond het allemaal prima, en zei dat ik eigenlijk alleen een telefoon wilde kopen, waarna we op weg gingen. De man bleek erg veel zin te hebben om mij alles uit te leggen, en had helemaal geen haast met het vinden van de telefoon. We kwamen om de 5 min. een beltegoed/telefoon/sim kaart standje tegen waarbij ik vroeg of we daar geen telefoon konden kopen, maar de man wist een betere dus ik liep maar door. Vanaf de berg waarop het hostel stond zag Kampala eruit als een mooie indrukwekkende stad. Na 2 uur te hebben gelopen om Kampala te bereiken (en zo'n 5 keer de zin 'We gaan verder, dit is Kampala nog niet') bleek Kampala een nachtmerrie.

Ik heb nog nooit zo veel mensen bij elkaar gezien, en overal reden auto's/busjes/boda's kris-kras door elkaar met ons er tussen, en de armoede was overduidelijk. Ik heb geen foto's gemaakt van het centrum, want ik moest van die man mijn tas op mijn buik doen en oppassen want volgens hem was dit ‘where the crazy people are'. Wat mij het meest is bij gebleven zal ik even kort samenvatten: 10 vrouwen op een rij die een stinkend grijs drankje proberen te verkopen in oude cola flessen (soort van lokale sterke drank), mensen in/op een berg stinkend afval die dit aan het sorteren zijn, mensen met kromme of geen ledematen die geld bedelen en hele arme mensen afgewisseld met zakenlui in pakken. Het allermeest is mij een klein meisje van niet ouder dan 3 bijgebleven. Eerst zag ik een jongetje spelen in een hoop afval en aarde, en naast hem zag ik haar ineens: met haar onderbroek op de hielen naar achter hurkend om te proberen te plassen. Eerst dacht ik: dit is echt het zieligste wat ik ooit heb gezien, ze heeft geen wc en niemand om haar te helpen en moet nu langs de kant van de drukke weg haar behoeften doen in een berg afval. Maar zodra ze mij zag kreeg ik van haar de vriendelijkste lach sinds mijn verblijf in Oeganda, en ze begon enthousiast te zwaaien en zei iets wat ik niet verstond. Ik lachte terug en vond het afschuwelijk dat ik niets bij mij had om haar terug te geven.

You need to register!

We gingen ook naar een lokale markt, wat sloeg op hoge smalle gangen met op de grond kuilen met vies water (het leek iets van een open riool) waarlangs iedereen je van alles aan probeerde te smeren, vooral etenswaren en gesorteerd (afval)ijzer. Langs de kant van de weg stonden ook allemaal krotjes die dienden als winkeltjes waar mensen dit soort dingen verkochten, afgewisseld met uit China geïmporteerde frutsels. Er was zelfs een man in een soort van kast in een gebouw (niet groter dan 1 m2) die daarin zo'n honderd plastic teenslippers en zich zelf had gestopt. Ik zal eerlijk toe geven dat mijn oververmoeidheid ook heeft bij gedragen aan hoe verschrikkelijk ik Kampala vond, je moet namelijk constant opletten voor het drukke verkeer. Ook zitten er grote gaten in de grond, variërend van 30 cm tot een paar meter breed en een paar meter diep, en ik ben er een paar keer bijna in gevallen. Ik dacht eerst dat dit het riool was maar het bleken waterputten.

Op een gegeven moment (na zo'n 4 uur aan 1 stuk door te hebben gelopen met mijn nog steeds paarse en dikke tenen) was ik het zat en zei bij de eerste de beste winkel die telefoons verkocht: hier gaan wij een telefoon kopen. Dit vond hij geen goed idee, maar volgens hem zat 5 minuten verderop een vriend van hem die betere telefoons had, en vooruit ik ging nog 1 winkel verder... Bij die winkel aangekomen heb ik voor 10 euro een telefoon gekocht, de goedkoopste maar met nog meer functies dan mijn Nederlandse telefoon. Toen wilde ik een Oegandese sim kopen maar hield mijn gids mij tegen, want daar kon ik mij niet registreren. En als ik mij niet zou registreren zou ik wel gebeld kunnen worden maar niemand kunnen bellen. Oké zei ik: waar kan ik mij dan registreren. Dat kon natuurlijk weer bij een vriend van hem, maar we probeerden elke winkel en het kon nergens. Daarna hebben we trouwens nog lokaal voedsel gegeten in het personeelsrestaurant van een politie bureau (?) en het was best lekker.

We bleven maar zoeken naar een plek waar je een sim kaart kon registreren, maar om 7 uur wordt het hier donker, en dan niet zoals bij ons maar echt ik-zie-helemaal-niets-meer-donker omdat ze geen lantarenpalen hebben. Ik stond toen echt op het punt te gaan huilen: ik was super moe en bezweet en bang voor het verkeer en mijn gekneusde tenen bonkte van het lopen en ik had nóg geen telefoon, terwijl dat het enige was wat ik wilde. En toen zei hij: ‘kom we gaan op een boda'. Het enige wat mij van alle waarschuwingen over Oeganda echt is bijgebleven is dat je in Kampala beter niet op een boda kan rijden, en al helemaal niet zonder helm (die moet je zelf kopen) en als het donker is. Dus ik zei dat ik het niet wilde, maar hij bleef maar aandringen waarop ik zo beleefd mogelijk zei dat ik hier boos van werd en gewoon naar het hostel wilde, ik ging wel lopen. Toen nam hij mij eindelijk serieus en zijn we maar een eindje gaan lopen, waar we als het mogelijk zou zijn een taxi busje zouden nemen naar het hostel.

It's a miracle!

En toen gebeurde een wonder! Vraag me niet hoe het mogelijk is, ik snap er zelf ook niets meer van maar waar wij een taxi busje wilde nemen (ik was al bijna ingestapt) zat een man aan een plastic tuintafeltje met een stapel gefrommelde papiertjes en sim kaarten te koop die blijkbaar als enige die dag instaat was mensen te registreren. Toen hij mij zag zei hij dat ik omdat ik buitenlands was een kopie van mijn paspoort moest hebben. Ook hiervoor bleek en oplossing, we gingen een eng gammel steegje in waar ergens achter een ‘boeken winkel' (inham met overal boeken) was waar ze konden kopiëren. Daarna gingen wij terug naar die man, die eerst de kopie niet geloofde en eiste dat ik ‘die vreemde naam uitsprak' (ik denk niet dat Marieke -mijn tweede naam- hier veel voorkomt) en dat ik een pasfoto moest geven. Mijn (opeens geweldige) gids eiste dat hij het zonder pasfoto deed, en toen zei die man: rustig maar ik heb hem al geregistreerd. Ik snap hier echt niets van want hij heeft de telefoon niet eens vast gehad maar we testte het en hij deed het!

Toen gingen we in het taxi busje wat best gezellig bleek (ookal schijnen die dingen ook vet gammel en gevaarlijk te zijn maar ik gaf er allemaal niet meer om). Ik had alleen nog geen beltegoed, maar aangezien het een wonderbaarlijk moment was konden wij dit natuurlijk kopen zodra we de bus uitstapten. Eindelijk had ik alles wat ik nodig had. Toen we in het hostel aangekomen waren was ik hem zo dankbaar en zonder kleingeld dat ik hem maar gewoon het dubbele heb betaald. Toen kreeg ik te horen dat mijn (heel lekkere) avondeten klaar stond, waarna ik mijn ouders belde en lekker ging douchen.

Jane Goodal Institute Headoffice

De dag erna nam ik een taxi naar het hoofdkantoor van het JGI in Entebbe. Daar waren de mensen super aardig en vonden ze mijn stroopwafels en speculaas erg lekker. Hier in Entebbe is het lekker rustig en veilig, we hebben een poort om het kantoor, en aardige bewakers (overdag en 's nachts) en 2 knuffel/waakhonden genaamd T.J. en Opie. Ik heb en fijne kamer, en overdag mag ik gewoon in het kantoor werken (of luieren). Ik slaap alleen in het huis boven het kantoor, maar Ruth woont in het huisje naast mij en zorgt voor heel lekker (vegetarisch) eten 's middags.

Selina, een andere vrijwilliger bij het JGI in Nederland kwam ook 2 dagen langs, en dat was erg gezellig. Ik mocht met haar, de nieuwe Nederlandse ambassadeur en KLM mensen mee naar het Ngamba Island voor maar 50 dollar (veel goedkoper dan normaal). Dit eiland vangt chimpanzee wezen op, die meestal vroeger verwaarloosd zijn. Het grootste gedeelte van het eiland is gewoon bos, maar op een klein stukje mogen mensen komen, en kan je op een brug de chimps zien die rond de lunch uit het bos trekken om bij gevoerd te worden, want er zijn te veel chimps voor de draagkracht van het eiland. Ook hebben we paard gereden op een Nederlandse bloemen plantage, wat op zich wel leuk was maar ik voelde mij een afschuwelijke rijke toerist om zo tussen de werkende Oegandese mensen rond te huppelen. Ik heb ook al een paar keer met Selina op een boda gereden omdat ik dit eigenlijk niet durfde maar wel zal moeten zodra mijn onderzoek start, en het is eigenlijk wel leuk. Ze hebben hier trouwens een eigen ‘toeter' taal, ze toeteren namelijk bij alles wat er gebeurd, en als je langs de weg loopt wordt er steeds getoeterd door boda's en matatu's of je een rit wilt.

Verder gaat alles hier zijn gangetje, ik kan sinds 3 nachten eindelijk slapen en ik zit rustig mijn onderzoek voor te bereiden. Wel heb ik soms last van de insecten hier, je hebt hier veel muggen en grote spinnen en ik heb al een vlo gevangen die in mijn rug beet. Ik zit al onder de rode beetjes en wil echt niet weten wat er allemaal in mijn bed zit, en heb al overal muizenkeutels gevonden in mijn kamer :) . Douchen is ook wat minder, want er is geen warm water en geen waterdruk, maar dat vind ik eigenlijk niet zo erg.

Wel heb ik de afgelopen dagen erg gestrest, ik moet namelijk een vergunning hebben voor ik met mijn onderzoek mag beginnen en het gaat hier erg sloom. Ook heb ik allemaal problemen doordat mijn Nederlandse sim het niet doet, zo kan ik niet het geld van mijn spaarrekening over maken naar mijn betaal rekening (sms tan code) en niet in loggen op DUO van de IB groep om te kijken waarom ik mijn aangevraagde lening niet heb ontvangen. Wat op zich allemaal toch niet uit maakt, want met pinnen blijk ik maar maximaal 250.000 shilling (€75) per dag op te mogen nemen. Nu is de bank maar een half uur lopen dus kan ik welk elke dag wat halen, maar vanaf volgende week moet ik 40 km naar de dichtstbijzijnde stad dus is dat niet handig. Gelukkig kunnen mijn ouders mij helpen door mijn verblijfplaats in het bos via internet bankieren voor te schieten, dus moet ik het wel redden. Ik ben hier nog maar 1 week en ik voel nu al dat mijn behoefte aan perfectionistische planning af neemt en ik kan relaxen ook al lijken dingen mis te gaan: je kan hier gewoon niet alles perfect voorbereiden en plannen, want het loopt toch weer anders. Maar eigenlijk meestal wel goed, of zelfs beter dan ik van te voren had gedacht. Dus vanaf nu heb ik naast mijn gebruikelijke plan A altijd een plan B, en een plan C, of zie ik het gewoon later wel :).

Veel liefs!

Susanne